Uitsluitingsclausule-priveclausule

Met een uitsluitings- of privéclausule voorkomt u dat hetgeen de erfgenaam of legataris krijgt uit de erfenis gedeeld moet worden met een eventuele huwelijks- of geregistreerd partner van de erfgenaam/legataris, als het huwelijk of het geregisterd partnerschap eindigt in een scheiding.

Er zijn verschillende soorten clausules. De “klassieke” of “harde” uitsluitingsclausule kan nadelig werken als het huwelijk van de erfgenaam/legataris eindigt door overlijden. Als een erfdeel of legaat bij overlijden wél gerekend kan worden tot een gemeenschap van goederen, kan dat gunstige gevolgen voor de erfbelasting tussen de langstlevende partner van de erfgenaam/legataris en diens erfgenamen hebben. U kunt dus een clausule opnemen die werkt bij echtscheiding maar niet werkt als het huwelijk wordt ontbonden door overlijden van de erfgenaam/legataris. Verder kan de bepaling verder worden ingekleurd dat er bij overlijden voldaan moet zijn aan een aantal voorwaarden (bijvoorbeeld gemeenschappelijke kinderen). Deze uitsluitingsclausule wordt ook wel de “zachte” uitsluitingsclausule genoemd.

Het is echter wel zo dat de langstlevende partner van de erfgenaam of legataris met een “zachte” uitsluitingsclausle na overlijden wel meer in handen heeft en dit meerdere ook kan nalaten aan anderen dan u voor ogen had. Verder kan dit mogelijke nadeel juist worden omgebogen in een voordeel, als de erfgenaam/legataris zelf een goed testament heeft.